2 november: interview Nicolien Mizee

Nicolien Mizee (1965) debuteerde in 2000 met Voor God en de Sociale Dienst. Sindsdien verschenen er maar liefst veertien boeken, waaronder romans, verhalenbundels en boeken met de faxen die ze al meer dan twintig jaar schrijft aan haar voormalig schrijfdocent Ger. Afgelopen jaar verscheen het vierde deel van deze brievenboeken, die in de Volkskrant werden vergeleken met de brieven van Reve.

Behalve schrijver is Mizee ook schrijfdocent. Over haar ervaringen schreef ze voor NRC Handelsblad de column ‘Schrijfles’. In 2019 verscheen haar zeer succesvolle roman Moord op de moestuin. Haar werk is meerdere keren bekroond en genomineerd, onder meer voor de Libris Literatuurprijs. NRC Handelsblad omschreef het werk van Mizee als ‘een van de meest eigenzinnige en authentieke, diepzinnige en lucide én geestige oeuvres uit de Nederlandse literatuur’.

20 september: Marente de Moor

Marente de Moor (1972) trad in de voetsporen van haar moeder, schrijver Margriet de Moor. Ze debuteerde als schrijver in 2007 met de roman De overtreder. Haar tweede roman, het in 2010 verschenen De Nederlandse maagd werd in 2011 bekroond met de Ako Literatuur Prijs en in 2014 met de Literatuurprijs van de Europese Unie. Haar laatste roman, Foon (2018), is wederom lovend onthaald, door de Volkskrant uitgeroepen tot beste Nederlandstalige fictie van het jaar en bekroond met de Jan Wolkers Prijs en de F. Bordewijk-prijs. In het juryrapport werd haar boek omschreven als ‘een met meesterhand geschreven ideeënroman over de mens die het mysterie van het bestaan steeds moeilijker kan verdragen, van een van de eigenzinnigste auteurs van het Nederlands taalgebied.’

De Moor studeerde Slavische taal- en letterkunde en woonde tussen 1991 en 2001 in Rusland, waar ze aan de theaterschool studeerde en als verslaggever werkte voor een misdaadprogramma op de Russische televisie. Terug in Nederland werkte ze een tijd als redacteur voor Elsevier en HP/De Tijd.